16 oktober 2014

Om half 7 die ochtend gaat de telefoon. Het is mijn moeder met de boodschap dat het niet goed gaat met mijn vader en dat hij met de ambulance naar het ziekenhuis is gebracht. Hij was al een tijdje niet lekker en had veel pijn in zijn schouders en buik. Achteraf heeft hij die ochtend tegen vijven een hartinfarct gehad. Aangekomen in het ziekenhuis wordt er al vrij snel gemeld dat het hart te zwaar beschadigd is en dat hij het niet gaat redden. Wat een onwezenlijke boodschap: hij gaat dood! Gelukkig wordt hij hierna snel in slaap gebracht tegen de benauwdheid en de pijn. Om kwart voor negen in de ochtend overlijdt hij in bijzijn van zijn gezin. En dan?

Als je zoiets nog niet eerder hebt meegemaakt bij een naaste, komt er ineens heel veel op je af. Wie gaat de overledene wassen en verzorgen? Had men dit eerder gevraagd, had ik gezegd dat ik dat nooit zou doen. Nu ben ik blij dat ik dit samen met mijn dochter heb mogen doen.
De uitvaartondernemer kwam. Er was alle ruimte voor mijn moeder om haar verhaal te doen, er werd geluisterd naar onze wensen en werden keuzes aangedragen. Heel fijn want zelf heb je geen idee wat er allemaal mogelijk is. Die middag hebben we mijn vader overgebracht naar een familiekamer in het rouwcentrum aan de Johannes Poststraat.
Om vier uur die middag hebben mijn moeder, jongste broer en ik mijn vader zelf in zijn kist gelegd. Ook nu weer: had men dit van tevoren gezegd, had ik het niet gedaan. Wat een dankbaar gevoel dat we dit voor mijn vader konden doen.

Op de hele periode in de familiekamer kijkt onze hele familie met zoveel dankbaarheid terug. We konden op elk tijdstip bij mijn vader langsgaan. Wilde je even alleen met hem zijn? Prima. Wilden we alleen met zijn broers bij hem zijn? Prima. Wilden de kleinkinderen even bij opa een glaasje cola drinken? Prima. Wat fijn dat dit alles mogelijk was. De verzorging van mijn vader werd iedere dag bijgehouden. Hij zag er zo mooi uit.

Onze familie wilde de kist sluiten vóór de uitvaartplechtigheid. We gaven hem een bloem uit ieder bloemstuk mee. Ook hebben we hem het kaartspel meegegeven waarmee hij ons heeft leren klaverjassen. Verder hebben zijn kleinkinderen hem tekeningen, foto’s, en een miniatuurkoffertje met herinneringen meegegeven. Als laatste hebben we hem een nieuwe kastanje in zijn broekzak meegegeven. Dit deed hij elk jaar, tegen reumatiek, jicht en wat je maar niet bedenken kan.

De dag van de uitvaart was voor ons heel bijzonder. We hebben mijn vader herdacht middels woorden en muziek. Na afloop was er voor iedereen koffie met een tompouce, wat mijn vaders lievelingsgebakje was. Deze moesten dan wel van de bakker uit Zwaag zijn.

Aan het einde hebben wij, kinderen en kleinkinderen, mijn vader het rouwcentrum uitgedragen. Hierna zijn wij met ons gezin naar het crematorium aan de Berkhouterweg gereden. Hier heeft mijn vaders kleinzoon heel mooi gesproken en hebben we nog één keer naar mijn vaders favoriete muziek geluisterd.
En dan komt het échte afscheid. We hebben mijn vader zelf in de oven geschoven en iedereen dacht: wat lekker warm voor hem. Mijn vader hield niet van regenachtig weer en op dat moment waaide en regende het enorm.

Wij kunnen alleen maar zeggen: Het is goed!