Toen mijn vader in 2001 tachtig jaar werd, hebben we een familiefotoreportage laten maken en feest gevierd. Een dag met een gouden randje: pa en moe straalden van dankbaarheid.
Daarna ging het bergafwaarts met de gezondheid van mam. Non-Hodgkin (lymfklierkanker) en Alzheimer zorgden ervoor dat ‘haar kaarsje langzaam uit ging’. Pa zorgde thuis liefdevol voor haar. Wij kinderen ondersteunden hen.
Als kind zijnde kwam ik in een omgekeerde rol terecht: intensief zorgen voor het welzijn van mijn ouders.
Ik besefte dat mijn ouders een keer dood zouden gaan. Tijdens begrafenissen van kennissen lette ik op wat betekenis had voor mij. Zo maakte de begrafenis van Timothy, waar Martien Weel de uitvaartverzorger was, diepe indruk op mij. De eigen inbreng van familie en kinderen was daar groot.
Eind juni 2004 werd mam steeds zieker. We lieten haar opnemen in een verpleeghuis. Alle familieleden kwamen bij mam langs. Die warme aandacht heeft ze vast gevoeld.
Ik heb mam bedankt en nog wat lieve dingen gezegd. Ze reageerde even met haar ogen.
Terwijl een zus en broer bij mam waakten, ging ik bij pa langs om mams kleren op te halen. Ik vroeg hem of mam gecremeerd of begraven zou worden. Dat was een bijzonder gesprek.
In de vroege ochtend van 1 juli 2004 is mam in het bijzijn van mijn broer rustig gestorven. Een zuster en een schoonzus verzorgden haar liefdevol op haar kamer.
Ik ging naar pa om het doodsbericht te melden. Pa reageerde opgelucht: haar lijdensweg was voorbij. “Ze is naar Lieve Heertje waar ze zo graag naar toe wilde”. En hij wist het: begraven en thuis opbaren.
Alle kinderen arriveerden bij pa. Zoveel mensen, zoveel wensen en zoveel emoties, dat vroeg om sturing. O.l.v. Martien kwamen we tot een goed draaiboek. Bij de taakverdeling werd er gekeken naar wat een ieder wilde en kon doen.
Wat maakte indruk op mij?
– De zeven kinderen hebben mam uit het verpleeghuis opgehaald. Thuis baarden we mam op haar eigen vertrouwde bed op en richtten haar kamer sfeervol in. We maakten een fotocollage van mams leven.
– Familie en kennissen kwamen thuis langs. Rond haar bed zijn mooie verhalen verteld over haar leven. …. We hebben gelachen en voor mam gezongen. Het waren intieme, waardevolle dagen.
– Martien zei: “Bij dood gaan krijgen kinderen een kans om met dit levensaspect te leren omgaan.” De kleinkinderen vonden hun dode oma eerst eng. In de loop van de dagen kwamen ze steeds dichter bij haar, aaiden haar en ze maakten tekeningen voor haar. Ik nam prentenboeken voor hen mee over de dood. Samen met de kleinkinderen keek ik toe hoe mam voorzichtig in haar kist werd gelegd door een paar broers.
– De inhoud van de avondwake en afscheidsdienst hebben enkelen van ons verzorgd, in samenspraak met de pastor en vrijwilligers van de kerk. Groot en klein leverde een bijdrage. De aanwezigen gaven warmte, troost en kracht. Ik besefte hoeveel katholieke wortels ik in me heb en hoe fijn bepaalde rituelen zijn.
– Voor de afscheidsdienst hebben de kinderen de kist gesloten. In de kerk droegen mijn broers en zwagers de kist naar voren: het laatste wat ze voor mam konden doen.
– Na de kerkdienst zijn we lopend naar de begraafplaats gegaan. Bij het graf ontroerden de eigen afscheidswoorden van mijn broer me:‘Ut leste stukkie’. Terwijl de gasten naar het verenigingsgebouw liepen voor de koffie en broodjes, namen wij als laatsten definitief afscheid bij haar graf. Dag mam, tot later.
Mijn vader is daarna steeds meer ‘een beetje dood gegaan’. Zijn gezondheid ging achteruit. Hij had heimwee naar mam. Negen maanden na mams dood stierf hij in het ziekenhuis met zijn kinderen om hem heen.
We vroegen opnieuw Martien en we hanteerden ongeveer hetzelfde draaiboek.
Ook dit was een indrukwekkend afscheid. ‘Voor altijd samen’ staat op hun grafsteen.
Dit ‘bewust zelf activiteiten kunnen doen’ is voor mijn rouwverwerking belangrijk geweest.
De thuishaven is weg, maar wij broers en zussen zorgen ervoor dat we elkaar blijven ontmoeten om iets voor elkaar te kunnen betekenen, zoals onze ouders dit ook nastreefden.
Voor rouwverwerking bij kinderen kunt u kijken op: www.in-de-wolken.
Carla Walda – van ’t Hoff