Het afscheid van mijn allergrootste fan

Op 10 mei 2004 overleed mijn vader op 77-jarige leeftijd. Een lieve zorgzame vader en echtgenoot, die enkele weken daarvoor was opgenomen in het Westfries gasthuis in Hoorn. Hij had twee lekkende hartkleppen en de levensgevaarlijke streptokokbacterie. De cardiologen hebben hun uiterste best gedaan, maar hij moest naar het AMC in Amsterdam om, met gevaar, te worden geopereerd. De operatie was riskant maar geslaagd en mijn vrouw en ik konden hem dan ook blij vertellen dat we op 7 mei in ondertrouw zijn gegaan. Op 10 mei werd ik ‘s morgens gebeld dat ik met spoed moest komen; er waren complicaties. En die ochtend om half 10 is mijn vader, Chris Fillet, overleden. Later bleek dat dit kwam door een gescheurde galblaas, door bezuinigingen werd er geen echo gemaakt van z’n buik, dus je krijgt een hele zware hartoperatie, en je bezwijkt aan iets wat gewoon te voorkomen was geweest en daar zit, nu naar 4 jaar, nog steeds mijn woede.

Martien Weel ken ik van eerder bij een ander overlijden en toen mijn vader kwam te overlijden dacht ik meteen aan hem. Het is zelfs zo dat zijn 06-nummer in mijn mobiel geprogrammeerd staat. Martien heeft van begin tot eind, samen met ons, alles doorgenomen op zijn eigen rustieke wijze.
Op zijn advies hadden we een familiekamer genomen voor een aantal dagen. Daarin krijg je een sleutel van een mooie ruimte, tegen extra kosten uiteraard en kan je 24 uur per dag naar de overledene gaan zonder dat je iemand daarvoor moet bellen. En op 14 mei 2004 is mijn vader dan ook begraven in Hoorn. Een mooie uitvaart zoals wij dat wilden.
Met na afloop geen koffie met cake, maar een borrel (bier/jonge jenever/wijn en uiteraard fris) en een goede bittergarnituur. Want Martien regelde alles! Ook dat. Diezelfde avond heb ik nog opgetreden met gelukkig m’n vrienden om me heen. Want dat zou m’n vader gewild hebben. De show must go on. Mijn allergrootste fan is niet meer en ik mis hem elke dag steeds een beetje meer!

Twee jaar later, in de nacht van 12 op 13 mei overleed mijn dierbare tante An, en midden in de nacht belde ik Martien, die binnen 25 minuten Betsy Perk binnen kwam. En het voelde, hoe gek ook, meteen vertrouwd.
Ik kon die nacht teruggaan naar Haarlem waar ik nu woon terwijl ik wist dat tante An in goede handen was. Samen met het geweldige verzorgende personeel van Betsy Perk (tante woonde zelfstandig maar had na enkele ziekenhuisopnames, 24 uur zorg nodig) heeft Martien de kist gesloten zonder dat ik daarbij hoefde te zijn. Tante was een echte Mokumse, net als mijn vader. Ze werkte ruim 40 jaar bij van Gend & Loos in Amsterdam en was van het type ‘geen kijkdagen, als ik er niet meer ben, kist dicht en nooit meer open maken’. Maar tante hield van lekker eten en dus ook bij dit afscheid een borrel en bitterballen. “Heurluk”. Tante is 87 jaar geworden en ligt ook begraven, met één graf ertussen, naast haar broer in Hoorn.
Tijdens onze optredens voor senioren in heel Nederland zeg ik ook vaak en dat meen ik oprecht: “Geniet van het leven, want je bent langer dood dan dat je leeft.”

Erwin Fillee