Mijn vader is in de 1e Wereldoorlog, jaar van de Russische Revolutie geboren. Hij heeft als jonge man veel armoe meegemaakt en in de 2de Wereldoorlog heeft hij mijn moeder leren kennen. Mijn ouders zijn bijna zestig jaar getrouwd geweest, na twee jaar dementie is mijn moeder overleden. Mijn vader heeft mijn moeder altijd liefdevol bejegend en heeft haar altijd voor het slapen een kusje gegeven, ook toen ze dement was.
Na haar dood is hij zelfstandig in hetzelfde huis alleen blijven wonen, weliswaar nu met de hond Tessa van mijn dochter. Zelfs toen hij 90 was reed hij nog auto, wandelde drie maal per dag met de hond, ging nog zwemmen in zee, sprak nog bij de gemeenteraadscommissies en ging naar computerlessen. Totdat ongeneeslijke kanker werd geconstateerd. Toen hij en ik dat hoorden heb ik besloten om bij hem in te trekken en hem te verzorgen. Op het laatst werd hij erg zwak en zeer hulpbehoevend. We kregen de kans om de laatste periode in Hospice Dignitas te laten plaatsvinden. Het bleek voor hem, mij en de rest van de familie een goede beslissing. Hij, maar ook alle naaststaanden kregen goede warme aandacht. Hij heeft hier nog een mooie tijd gehad. Op 28 maart 2008 is hij hier rustig overleden.
Mijn vader had als wens na zijn dood zich ter beschikking van de wetenschap te schenken. Dus hij had al brieven getekend voor de Universiteit. Echter zijn wens kon niet vervuld worden omdat er op dat moment genoeg lichamen ter beschikking waren. Uiteindelijk moesten we toch een uitvaart regelen. Mijn vaders tweede wens was om gecremeerd te worden. Mijn vader was socialist en idealist. Alhoewel gedoopt en aangenomen met de naam Franciscus in de katholieke kerk, was hij in zijn denken een humanist, idealist.
Martien Weel was bereid om zijn afscheid te regelen. Hij heeft de familie begeleid in het uitzoeken van de kaarten, teksten, advertentie, kist. Ondanks de emoties kwamen we toch unaniem tot goede keuzes. Gelukkig waren er veel mensen bij het afscheid, veel familie, vrienden, buren, ook mensen uit de politiek. Dat vonden we toch wel een mooie waardering. Eerst een Amsterdams liedje. Hierna hield mijn broer een toespraak, hoe hij mijn vader zag: vooral de warme belangstelling voor zijn gezin. Daarna muziek: Symfonie nummer 9 van Beethoven: Aller menschen wirden Bruder (echt mijn vader). Toen mocht ik mijn woordje doen: het voelde prima mijn liefde voor mijn vader te vertellen. Ik eindigde met: Ik heb je Rozemarijn in je kist meegegeven omdat dat kruid symbool staat dat zelfs na de dood de liefde voor elkaar blijft.
De as hebben we op zee verstrooid met mijn dochter, haar vader en zijn zeilboot en hierna tien rozen verstrooid. Bij iedere roos noemde ik de naam van hen die hem liefhadden.
Al met al kijk ik terug op een waardig afscheid van mijn vader. Moeilijk om zo’n lieve man te missen, maar wel goed dat hij na zijn dood nog zo gewaardeerd mocht worden.
Conny Ligthert