Het was vijf over acht, ik werd gebeld. “Hallo, met Anita’’. Het was de politie. “We moeten u wat ergs vertellen. Er is wat met uw man gebeurd. Ik heb uw twee kinderen bij me staan. Die worden door iemand thuis gebracht. Kunt u naar het ziekenhuis komen?’’
Toen ik de hoorn neerlegde wist ik het al, Hennie is dood. Het was gelijk paniek in de tent. Ik zei tegen Mayra onze dochter van zes jaar dat ik naar papa ging in het ziekenhuis. Ook zij zei: “Pappa is dood hé?” waarop ik antwoordde: ‘’Nee hoor, ik ga even kijken wat er aan de hand is.’’
Mijn twee andere dochters werden inmiddels thuis gebracht, huilend en wel en overstuur. ‘’Mam, het is zo erg, we zagen Hennie op de straat liggen vlak voor de hockeyclub.” Daar zaten de twee meiden op. Met mijn oudste dochter van 21 ging ik naar het ziekenhuis. Onderweg vertelde ik haar dat Hennie dood was. ‘’Doe niet zo raar zei ze, hoe weet je dat nou?’’ Het was waar, Hennie was dood. Ik ging verloren naar huis, mijn wereld stortte in. Mayra sliep al, daar was ik erg blij om. De andere twee meiden waren nog wakker.
De volgende morgen zei ik tegen Mayra: “Je vader is dood en woont nu gelukkig in de hemel” want dat was waar Hennie altijd over sprak. Dichtbij God, nou en dat is hij nu. Mayra keek me aan en zei niets, kroop toen in mijn arm en huilde en huilde ik ook. Toen brak er een tijd aan waar ik natuurlijk niets van af wist. Hoe gaat alles nu? Financieel, een koophuis, mijn baan, de zorg voor de kinderen, de begrafenis. Hoe ga ik dat allemaal regelen?
Op internet zag ik de naam Martien Weel. Het was een heel gedoe. Want Hennie had ook nog drie kinderen uit een ander huwelijk en wat bleek, zij hadden het voor het zeggen. Zij waren de erfgenamen, net als Mayra. Martien moest bemiddelen tussen hen en mij. Dat is hem zo goed gelukt waardoor ik toch nog waardig van Hennie afscheid kon nemen in die al zo zware dagen. Hennie ligt begraven en heeft een mooie steen. Ik heb de begrafenis als zeer goed ervaren. Ik heb Hennie zelf aangekleed, zelf weggebracht en zelf de kist gesloten. Ik had de gelegenheid om nog een paar dagen bij Hennie op bezoek te gaan wanneer ik maar wilde.
Het is een zware periode uit mijn leven maar anderhalf jaar later gaat het erg goed met me en heb alles een plekje kunnen geven. Ik woon nog steeds in het zelfde huis en heb weer een auto. Ik probeer goed voor mijn kinderen te zorgen, vooral voor de kleine meid. Ook heb ik een nieuwe liefde gevonden, daar ben ik heel dankbaar voor.
Ik hoop dat het voor de mensen die nu midden in z’n proces zitten daardoor toch weer een stukje hoop krijgen want er komen toch echt weer betere tijden en het maakt je heel erg sterk.
Anita