Zondagavond 15 augustus 2004 ging mijn partner Harry van der Linden op tijd naar bed omdat hij moe was. Hij is om kwart over tien overleden. We hebben nog geprobeerd om hem te reanimeren.
De verpleegkundigen van de ambulance waren er binnen vijf minuten en zijn een half uur bezig geweest maar het was tevergeefs. Zijn hart was kapot en we moesten Harry laten gaan. Ik heb grote bewondering voor deze mensen van de ambulance en hun inzet, geweldig.
Om 24.00 uur kwam de dienstdoende arts de dood vaststellen. Ik zie dat papiertje nog voor mij liggen. De werkelijkheid drong niet tot mij door, het leek meer op een boze droom. Zij vroeg mij of wij een uitvaartverzekering hadden. Dit was gelukkig in orde. Mijn zoon Niels heeft toen het kaartje gepakt en het telefoonnummer gebeld.
Mijn schoonzus kwam gelukkig bij ons, om ons te steunen en te helpen en al gauw kwamen er twee andere dames, die Harry gingen afleggen. Ze vroegen nog aan mij of ik wilde helpen, maar ik wilde alleen maar toekijken.
Opeens stond er een man naast mij. Hij stelde zich voor. Het was Martien Weel, de uitvaartverzorger. Hij straalde veel rust uit en dat maakte op mij een goede indruk, Na het afleggen bracht Martien een koeling aan onder het lichaam van Harry.
We gingen naar beneden en daar werden al vragen gesteld als :”Waar wil je Harry opbaren en wil je hem op bed, op een baar of in een kist?”
Toen gingen de dames en Martien weg.
We hebben een paar uurtjes gerust en maandagmorgen hebben we de mensen gebeld, die om ons heen staan, om te vertellen dat Harry overleden was. Martien kwam om 11.00 uur.
Harry werd naar de woonkamer gedragen en daar op een bed gelegd. Hij lag opgebaard in de kamer die hij zelf, met de hulp van ons, verbouwd had.
Die maandag was het erg druk. Er moest veel georganiseerd worden waar Harry en ik nooit over gesproken hadden. Ik wist alleen dat hij begraven wilde worden voor de nabestaanden, zodat er een plek was waar we hem konden opzoeken en ons verdriet om het gemis van hem konden plekken.
Gelukkig kregen wij hulp en steun van familie, vrienden, buren, collega’s, de huisarts Dr. Zeguers, Martien Weel en de dominee Ineke van Middendorp van de protestante kerk in Hoogkarspel.
Dinsdag drong de werkelijkheid tot mij door. De tranen kwamen, we waren hem kwijt en moesten afscheid van hem nemen.
Er kwamen steeds mensen bij ons thuis om afscheid te nemen van hem en ons te condoleren.
We voelden een warme kring van mensen om ons heen en dat deed ons erg goed.
Donderdag was de uitvaart. Samen met de kinderen hebben we muziek uitgezocht. Ik wilde geen psalmen en gezangen maar muziek die Harry, ik en de kinderen mooi vonden.
Dit werd toegestaan. Het was nieuw voor de dominee maar wij vonden de dienst warm, persoonlijk en bijzonder mede door de woorden die gesproken werden.
Harry is, dank zij Ineke de dominee en Martien naast het kerkje ”Bessie” in Lutjebroek begraven. Dichtbij ons woonadres.
Na de begrafenis hebben we met elkaar gezeten in het plaatselijk café “de Paus”en daarna zijn we naar huis gegaan.
Ik vond de uitvaart goed verzorgd en ik heb nog steeds, ondanks het gemis van Harry, warme en liefdevolle herinneringen aan het hele gebeuren rondom het afscheid van mijn man.
Bij het schrijven van dit verslag kwamen de emoties omhoog. Ik schrok ervan hoeveel er nog zat want ik dacht dat ik het al aardig verwerkt had. Daaruit blijkt weer dat je de verwerking niet in de hand hebt.
Marianne Soorsma.