Het afscheid van mijn vader

Ja pa, ik ben misschien een ijskonijn. Voor jou was overlijden het ergste dat je kon overkomen. Je vond het geen reden voor een feestje. Muziek vond je niet zo toepasselijk. Je wilde absoluut niet dood. En ik heb staan zingen op je begrafenis.

Mij leek het overlijden van mijn vader het ergste dat me zou kunnen overkomen.
Ik dacht dat ik dat niet zou overleven. En toen het gebeurde, bracht het vele verschillende gevoelens naar boven. Intens verdriet dat bovenal. Allesoverheersend en intens verdriet waardoor ik eigenlijk alleen nog wilde gillen. Maar ook een gevoel van: “Nu jij dood bent gegaan, kan ik het ook. Want jij bent mij voor gegaan. Jij hebt mij geleerd hoe het moet.” En hoezeer je er ook niet meer bent, het lijkt wel alsof ik je nu altijd bij me draag.

Ik heb zozeer geprobeerd met je mee te leven dat ik droomde dat ik het was die na een langdurig hijgende ademhaling, helemaal geen lucht meer kon krijgen. Dat ik het was die van een warme persoon die je kunt omhelzen veranderde in koud en hard vlees.

Niets zag ik boven je hoofd opstijgen. Geen geest die uittrad, niets. Jij had ons, en vooral ma, al gewaarschuwd: “Als ik weg ben, ben ik weg. Zie mij niet in wolken en vogels, ik zal het niet zijn.” Ma heeft daar veel steun aan.

Je was een eenvoudig man en hield niet van opsmuk en versiering. Je vond de dood niet mooi. Van jou hoefden we daar ook niets moois van te maken. Geen dure kist en dure bloemen. “Steek me maar zelf in de fik, dát zou ik een daad van liefde vinden.”

We zochten de goedkoopste kist uit en ik besloot voor mezelf dat ik zo dichtbij het vuur wilde komen als mogelijk was. Niet jou uit handen geven en je het laatste stukje alleen laten gaan. Samen met mijn broer heb ik je de oven in geschoven onder in het crematorium. Samen hebben wij op de knop “start cremeren” gedrukt. Een heel moeilijk moment. Maar we hebben je tot het laatst toe begeleid.

Bij de avondwake hebben we voor je gezongen. Ik had het gevoel dat ik dat wilde doen omdat je het altijd zo mooi vond als ik zong. Ik had sterk het gevoel dat het gewoon moest. Dat het veel makkelijker zou gaan dan iets zeggen.

Van iets lelijks iets moois geprobeerd te maken. Dat is toch wat je doet bij een viering. De pijn verzachten met mooie woorden, bloemen en gezang. Zodat je daarna kunt zeggen: “Het was mooi”. Natuurlijk was het niet mooi. Ik ben mijn vader kwijt.

Jou voort laten leven en herinneren. Door over je te vertellen.
Misschien leef je nu toch een beetje voort.

Je oudste dochter