Abdoela Ben Abdeslam
∗ 26 oktober 1940 † 16-11-2011
Na een levenlang hard gewerkt te hebben, kreeg mijn vader op 2 juni 2009 een zware hersenbloeding, waar hij helaas niet goed was uitgekomen. Vanaf dat moment werden wij geconfronteerd met vele problemen, ziekenhuisopnames en operaties. Na maanden van revalidatie in Lindendael wilde hij naar huis, ondanks dat de artsen ons dat afraadden. Pa heeft toch nog een jaar thuis kunnen wonen met hulp van ons en de wijkverpleging. Ook toen hij nog in z’n huis woonde gingen we met de ambulance bijna wekelijks naar de Eerste Hulp. Pijn, benauwdheid, eenzaamheid en angst werden dagelijkse kost voor hem, hij ging zienderogen achteruit.
Na een jaar was er eindelijk plek voor hem in Westerhaven, daar zou hij blijven wonen tot het laatste moment. Die kwam uiteindelijk op 16 november 2011. Op 71-jarige leeftijd was Pa lichamelijk helemaal op. Hij wou nog zo graag bij ons blijven maar mede door zijn C.O.P.D. en veel pijn moest hij zijn leven loslaten. In mijn bijzijn is hij overleden, mijn ooit zo sterke vadertje, maatje was niet meer, weggegleden in stilte, zonder afscheidswoordje (door morfine) in coma geraakt.
Het moment was daar om zijn uitvaart te regelen. Het zou ingewikkeld worden omdat mijn vader van geboorte moslim was, maar niet praktiserend. Pa wilde niet begraven worden in zijn vaderland maar hier op het islamitische gedeelte van de Berkhouterweg (dicht bij zijn kinderen). Na alles overlegd te hebben met de begrafenisondernemer, kwamen wij tot de conclusie dat het een 50/50 begrafenis moest worden, zowel Nederlands (pa woonde hier al 45 jaar) als islamitisch. Een vriend van mijn vader heeft het afleggen geregeld (islamitisch). Pa werd naar de moskee gebracht en daar werd door de islamitische gemeenschap afscheid genomen, gebeden en verzen voorgedragen.
De volgende dag was voor ons en z’n Nederlandse familie/vrienden en kennissen. Pa lag opgebaard in het uitvaartcentrum aan de Johannes Poststraat omringd door vele belangstellenden en bloemen. Na een korte plechtigheid ging hij in de rouwauto naar zijn laatste rustplaats. Wat mij daarvan het meeste is bijgebleven: het moment dat de begrafenisondernemer naar mij toe kwam en zei: “Ga jij mee voorin de auto bij je vader, dit is het laatste wat je samen met hem doet. Je vader wegbrengen op zijn laatste ritje en dat kan niemand jou afnemen.” Het werd een aparte en toch ook vreemde begrafenis maar dit was de wil van mijn vader en dat respecteerden wij. De dag ging voorbij in een roes en na afloop hebben wij met vrienden een borrel genomen, we konden het eindelijk afsluiten.
Na drie maanden lag zijn mooie grafsteen er en als ik heen ga om een kaarsje te branden, bloemetje neer te leggen, zeg ik tegen hem. “Pa, ’t is goed …. Eindelijk rust .. Jij, maar ook ik..”
Melika Ben Abdeslam