Julia Christina Centiago – Leetz
∗ 29 oktober 1926 † 2 maart 2011
Het afscheid van mijn Surinaamse moeder, oma, overoma, schoonmoeder, nicht en tante is verlopen zoals ze in leven was. Alles rustig en ingetogen.
Mijn moeder werd in Paramaribo in het ziekenhuis opgenomen omdat ze onwel was geworden en daar verder niets van het voorval kon herinneren. In het ziekenhuis aangekomen viel ze uit bed. Ze bleef klagen over pijn maar dat werd als aanstellerij bestempeld. Tijdens mijn bezoek sprak ik de zaalarts die meedeelde dat ze haar heup had gekneusd, die binnen enkele dagen in orde zou zijn. Dat mocht niet baten en heb ik haar naar Nederland meegenomen omdat ik zelf te werk moest. Hier aangekomen kreeg ze longontsteking en belandde in het ziekenhuis. Ik vertelde over de pijn waardoor men dat ging bekijken. Toen bleek dat haar heup gebroken was, maar verkeerd was gegroeid waardoor ze constant pijn had. Ze zou geopereerd worden als ze een bepaald gewicht had bereikt, maar dat lukte niet omdat ze normaliter geen grote eetster was. Dus na bijna 2 jaar geen operatie gehad te hebben, werd ze steeds somberder en gaf de moed op, kreeg nogmaals longontsteking die haar fataal werd. Ze was nog meer afgevallen en haar conditie was eveneens minder geworden. Haar kleinkinderen, schoonzoon en ikzelf zijn tot het laatste moment bij haar geweest totdat de Here besloot haar tot zich te nemen.
Onze vriendin, mevr. Creebsburg heeft ons gedurende deze periode met heel veel raad en daad bijgestaan. Zo kwamen wij op het idee mijn moeder die de grootste gedeelte van haar leven in Suriname had doorgebracht een typische Surinaamse afscheid te geven. De aflegging van overledene vindt op een ander manier plaats dan het in Nederland gebruikelijk is. Er worden bepaalde rituelen uitgevoerd, waar ik zelf geen weet van heb. Er wordt door de afleggers veel gebeden, gezongen, gegeten en gedronken. De nabestaanden dienen zorg te dragen voor de benodigdheden die bestemd zijn voor het afleggen, het eten, drinken en de door de afleggers gemaakte onkosten naar Hoorn. Wij waren als familie blij dat het mortuarium de gelegenheid bood de aflegging op zijn Surinaams te laten plaatsvinden.
Een grote bijkomstigheid was, dat het uitvaartcentrum aan het Berkhouterweg in Hoorn werd gerenoveerd en er een ander oplossing gevonden diende te worden. De oplossing werd gevonden in de Oosterkerk te Hoorn alwaar zij werd opgebaard en de afscheidsdienst gehouden. De dienst was ingetogen en goed, precies zoals ze was. Ik heb het geloof, dat alles dat die dag plaatsvond precies is gegaan zoals zij het zou willen.
Na de dienst werd ze door haar neven de kerk uitgedragen naar de lijkenauto die haar voor de crematie naar het crematorium zou vervoeren. Wij allen zwaaiden haar af alsof ze op vakantie ging terwijl de auto langzaam uit het zicht verdween. Het gevoel was op dat moment niet te beschrijven, het leek alsof ze met vakantie in Nederland was en naar huis (Suriname) terugging.
De as van mijn moeder, oma, overoma en schoonmoeder hebben we in Suriname bij het graf van haar moeder bijgezet. Zij was enig kind, ze waren altijd samen, deelden alles met elkaar en zijn dus nu ook samen, hetgeen voldoening geeft. Ze mochten niet van mekaar gescheiden worden.
Door haar heengaan is er een leegte ontstaan, die wij achterblijvers tot de dag van heden merken, maar wij zijn blij dat ze geen pijn meer heeft. Hopende dat zij haar plaats en rust heeft gevonden.
Namens de dochter Loes Leetz en alle overige familie