Een lang weekend. Zo kort was het maar. Vrijdag kreeg mijn vrouw een hersenbloeding. Ze was net 64 geworden. Op maandag gaf men het op in het ziekenhuis. Communicatie was vrij snel niet meer mogelijk. Geen afscheid nemen, laatste verklaringen van liefde bleven in de lucht hangen; alleen stilte… en onzekerheid, angst, verwarring.
Na het overlijden bleven we met de kinderen van Janny dicht bij elkaar tot de uitvaart op zaterdag. Een vreemde tijd, soms overvallen door onoverzichtelijke drukte, soms wezenloos verdwaald bij wat ons overkwam. In de uitvaart wilden we iets van ons zelf leggen en iets dat Janny typeerde, veel praten over wat we wilden zeggen, herinneringen ophalen om te weten wat zij zou willen, zoeken van passende teksten en muziek. We hadden het in die zin goed samen en het werd een mooie, persoonlijke uitvaart.
En toen moesten we verder. Het gewone leven riep. Ik wilde helemaal niets, alles afzeggen, het leven was opgehouden. Toen de kinderen begonnen te vertellen, dat ze weer aan het werk moesten, drong de vraag tot me door of ik niet beter eveneens mijn bezigheden kon oppakken. Bovendien moest er het nodige geregeld worden. Als ik terugkijk op die eerste drie maanden laat mijn geheugen een grote leegte zien: een stuk leven, zomaar verdwenen zonder dat je erbij was. Het was inmiddels Kerst; de eerste zonder Janny. We waren bij elkaar. Toen leek het of ik weer bij mijn positieven kwam. Van binnen was het een chaos: tegenstrijdige gevoelens, van ongeborgenheid en angst tot verbetenheid en agressie. Om helderheid te krijgen bedacht ik dat het goed zou zijn op te schrijven wat ik in mezelf tegenkwam. Dat had iemand me ooit verteld. Ik had nog enkele blocnotes A5 Formaat liggen en nam me voor elke dag een blad te vullen.
Soms had ik het idee, dat het een soort brief was, die ik schreef aan de leegte, die tastbaar in mijn huis hing. Dat is vreemd met die leegte! Op een avond zat ik op mijn vaste plek in de keuken, van waaruit ik door de openstaande deur de woonkamer kan overzien. Het was mijn vertrouwde hoekje. Ik realiseerde me, dat het huis mijn huis niet meer was. Ik zat voor me uit te mompelen, dat ik ook hier een vreemdeling was geworden. Iets van binnen zei me: “Je moet je huis weer in je armen sluiten en ook het gemis van Janny, want dat is die leegte in je huis”. Maar hoe doe je dat? Door een wonderlijk toeval had ik net een indringend gesprek gehad over verlies met iemand die ik verder niet kende. Die stem van binnen zei me: “Ga naar haar toe. Zij snapt het en je zult haar omarmen”. Met knikkende knieën ben ik naar haar toegegaan, heb haar verteld over dat zelfgesprek. In de begripvolle omarming die volgde is het huis weer mijn huis geworden. En de leegte: die woont er als echo van wie ik kwijt ben. Maar ze heeft ook iets vertrouwds gekregen. Ik heb wat kleine veranderingen aangebracht in het interieur, zodat Janny blijft, maar het mijn stempel draagt. Dat bedoelde ik toen ik zei, dat mijn schrijven een brief is geworden aan de leegte.
Frans